Een fragment uit de brief die ik ontving van ene mijnheer O. (die verder graag anoniem wil blijven).
'Met dit schrijven wens ik ten aller eerste mijn excuses aan u kenbaar te maken, daar ik nogal laat op uw brief van 25 april jl. reageer. Het heeft me enige weken, zelfs maanden, gekost om de gevraagde frustraties te laten bezinken. Het zijn er nogal wat, ziet u, dus het bezinksel is dik en stroef als een hap pure sesampasta die zich een weg naar de keel baant, maar blijft hangen aan huig en gehemelte. Het neemt tergend langzaam zijn tijd om tot een destillaat te komen. Het bezinksel der frustraties is in die zin een frustratie an sich. Steeds zag ik uw prachtige, handgetypte brief op dat stevige papier op het dressoir liggen, en steeds nam ik mij voor om mijn antwoord op te stellen. Elke dag bracht echter nieuwe frustraties die het bezinksel deden opwolken. Nu is echter de maat vol, en zie hier: mijn brief. Hopelijk ben ik niet te laat.
Ik zal er geen doekjes om winden en het duidelijk en bondig houden. Er zijn veel frustraties. Véél frustraties. Ik heb een selectie gemaakt uit de meest alledaagse, omdat deze mogelijk het meest herkenbaar zijn. Ten eerste is er de directe aanleiding, de welbekende druppel die de emmer deed overlopen. '
....
'Dan is er nog het fenomeen ‘sociaal secretariaat’. Een uitvinding waar het nut mij compleet van ontgaat, want als werknemer mag men er zelf geen contact mee opnemen, onder géén beding. Het is mij daarom een raadsel wat er dan zo ‘sociaal’ aan is. Laat me u de situatie schetsen waar ik onlangs voor stond: Van één van mijn baantjes van het afgelopen jaar had ik geen zogenaamd fiche 281.10 (daar zo meer over) gekregen, waardoor ik genoopt was te bellen naar de betreffende werkgever. De administrateur van dienst repliceerde echter zurig dat ‘mensen nu eenmaal meer verliezen dan dat ze ontvangen’ en hij mij niet kon helpen. Naar mijn weten moet een bedrijf echter zeker 10 jaar zijn financiële administratie bijhouden voor de steekproefsgewijze controles van de belastingdienst.
Ik hoop daarom ter ganser harte dat de fiscus daar binnenkort binnenvalt en de hele zaak er grondig doorlicht. Soit, onverrichter zake en zeker 5 euro beltegoed lichter moest ik dus ophangen. Ik ben echter geen opgever, en zeker niet op het gebied van persoonlijke administratie, waar ik zeer secuur in ben. Vervolgens heb ik het sociaal secretariaat gebeld van het betreffende bedrijf. De dame die mij te woord stond had het gevraagde fiche op haar scherm terwijl ik haar belde, maar mocht mij dit niet zelf opsturen “want we mogen niet direct communiceren met werknemers.” Ze verzocht mij contact op te nemen met mijn vakbond. Godzijdank ben ik sinds enkele weken aangesloten bij een syndicaat, en kon ik mij dus tot hen richten. Bij mijn lokale afdeling bleek men echter in een zeer lange vergadering te zijn, waar ik pas na vijf keer vruchteloos bellen achter kwam door naar een ander nummer te telefoneren. De volgende dag kreeg ik eindelijk iemand te pakken van de gezochte afdeling die mij fijntjes wees op het feit dat een vakbond nooit bemiddelt met een sociaal secretariaat om een fiche 281.10 boven water te krijgen. Als ik er echter zo op stond moest ik mij maar naar een syndicaal ‘dienstencentrum’ wenden waar een loketbediende een aangetekend schrijven zou kunnen opstellen naar het sociaal secretariaat. Het dienstencentrum is echter alleen open op tijdstippen dat ik werk, dus van arren moede en radeloosheid heb ik naar de belastingdienst gebeld waaronder mijn situatie viel. Het West-Vlaamse vrouwtje aan de andere kant van de lijn stuurde mij in twee klikken het gewreekte document door. Ik was inmiddels drie dagen en 15 euro beltegoed verder.
Ik had dit nog relatief gemakkelijk van mij af kunnen laten glijden als dit het enige voorval zou zijn geweest met een sociaal secretariaat. Zet u toch maar schrap en maak uw borst maar nat: Ik ben namelijk zeer kort geleden weer eens van baan veranderd. Net voor ik vertrok bij mijn oude werkgever bekeek ik mijn betaalrekening voor iets anders, toen mij het nogal lage saldo me opeens opviel. Nu is mijn banksaldo helaas wel eens vaker laag (over frustraties gesproken!), maar dit was toevallig aan het einde van de maand, u weet wel, rond de datum dat de meeste salarissen worden gestort. Enige muisklikken later besefte ik me dat ik geen enkel salaris van mijn oude werkgever had gekregen sinds ik daar in dienst was gegaan! In allerijl nam ik contact op met mijn baas die gelukkig direct een telefoontje pleegde naar het, jawel, sociaal secretariaat. Dit was hun antwoord dat mijn leidinggevende me doorstuurde:
Beste
Alle lonen werden gestort behalve dat van mijnheer O.
Er dient hier nog een parameter voor aangepast te worden vermits het over
een buitenlands rekeningnummer gaat.
Ik heb dit nu gedaan en de betaling ook doorgestuurd.
In de toekomst gebeurt dit automatisch met de anderen.
Met vriendelijke groeten
Ziet u wat ik zie? Geen enkele excuses, geen enkele ‘mea culpa’, slechts een droge constatering van de voldongen feiten, een prevelig ‘met vriendelijke groeten’ en niet eens een fatsoenlijke aanhef! En ik maar wachten op mijn geld! Die rotte helleveeg, hoe durft ze! We zullen haar salaris eens een paar maanden inhouden met haar kloteparameters! Het spijt me mejuffrouw, maar ik zal hier moeten stoppen over de sociaal secretariaten. Het is niet goed voor mijn bloeddruk en het tijdstip waarop ik u schrijf ligt zo dicht tegen mijn bedtijd aan dat ik bang ben zo dadelijk niet meer te kunnen slapen van de opwinding.'
'Met dit schrijven wens ik ten aller eerste mijn excuses aan u kenbaar te maken, daar ik nogal laat op uw brief van 25 april jl. reageer. Het heeft me enige weken, zelfs maanden, gekost om de gevraagde frustraties te laten bezinken. Het zijn er nogal wat, ziet u, dus het bezinksel is dik en stroef als een hap pure sesampasta die zich een weg naar de keel baant, maar blijft hangen aan huig en gehemelte. Het neemt tergend langzaam zijn tijd om tot een destillaat te komen. Het bezinksel der frustraties is in die zin een frustratie an sich. Steeds zag ik uw prachtige, handgetypte brief op dat stevige papier op het dressoir liggen, en steeds nam ik mij voor om mijn antwoord op te stellen. Elke dag bracht echter nieuwe frustraties die het bezinksel deden opwolken. Nu is echter de maat vol, en zie hier: mijn brief. Hopelijk ben ik niet te laat.
Ik zal er geen doekjes om winden en het duidelijk en bondig houden. Er zijn veel frustraties. Véél frustraties. Ik heb een selectie gemaakt uit de meest alledaagse, omdat deze mogelijk het meest herkenbaar zijn. Ten eerste is er de directe aanleiding, de welbekende druppel die de emmer deed overlopen. '
....
'Dan is er nog het fenomeen ‘sociaal secretariaat’. Een uitvinding waar het nut mij compleet van ontgaat, want als werknemer mag men er zelf geen contact mee opnemen, onder géén beding. Het is mij daarom een raadsel wat er dan zo ‘sociaal’ aan is. Laat me u de situatie schetsen waar ik onlangs voor stond: Van één van mijn baantjes van het afgelopen jaar had ik geen zogenaamd fiche 281.10 (daar zo meer over) gekregen, waardoor ik genoopt was te bellen naar de betreffende werkgever. De administrateur van dienst repliceerde echter zurig dat ‘mensen nu eenmaal meer verliezen dan dat ze ontvangen’ en hij mij niet kon helpen. Naar mijn weten moet een bedrijf echter zeker 10 jaar zijn financiële administratie bijhouden voor de steekproefsgewijze controles van de belastingdienst.
Ik hoop daarom ter ganser harte dat de fiscus daar binnenkort binnenvalt en de hele zaak er grondig doorlicht. Soit, onverrichter zake en zeker 5 euro beltegoed lichter moest ik dus ophangen. Ik ben echter geen opgever, en zeker niet op het gebied van persoonlijke administratie, waar ik zeer secuur in ben. Vervolgens heb ik het sociaal secretariaat gebeld van het betreffende bedrijf. De dame die mij te woord stond had het gevraagde fiche op haar scherm terwijl ik haar belde, maar mocht mij dit niet zelf opsturen “want we mogen niet direct communiceren met werknemers.” Ze verzocht mij contact op te nemen met mijn vakbond. Godzijdank ben ik sinds enkele weken aangesloten bij een syndicaat, en kon ik mij dus tot hen richten. Bij mijn lokale afdeling bleek men echter in een zeer lange vergadering te zijn, waar ik pas na vijf keer vruchteloos bellen achter kwam door naar een ander nummer te telefoneren. De volgende dag kreeg ik eindelijk iemand te pakken van de gezochte afdeling die mij fijntjes wees op het feit dat een vakbond nooit bemiddelt met een sociaal secretariaat om een fiche 281.10 boven water te krijgen. Als ik er echter zo op stond moest ik mij maar naar een syndicaal ‘dienstencentrum’ wenden waar een loketbediende een aangetekend schrijven zou kunnen opstellen naar het sociaal secretariaat. Het dienstencentrum is echter alleen open op tijdstippen dat ik werk, dus van arren moede en radeloosheid heb ik naar de belastingdienst gebeld waaronder mijn situatie viel. Het West-Vlaamse vrouwtje aan de andere kant van de lijn stuurde mij in twee klikken het gewreekte document door. Ik was inmiddels drie dagen en 15 euro beltegoed verder.
Ik had dit nog relatief gemakkelijk van mij af kunnen laten glijden als dit het enige voorval zou zijn geweest met een sociaal secretariaat. Zet u toch maar schrap en maak uw borst maar nat: Ik ben namelijk zeer kort geleden weer eens van baan veranderd. Net voor ik vertrok bij mijn oude werkgever bekeek ik mijn betaalrekening voor iets anders, toen mij het nogal lage saldo me opeens opviel. Nu is mijn banksaldo helaas wel eens vaker laag (over frustraties gesproken!), maar dit was toevallig aan het einde van de maand, u weet wel, rond de datum dat de meeste salarissen worden gestort. Enige muisklikken later besefte ik me dat ik geen enkel salaris van mijn oude werkgever had gekregen sinds ik daar in dienst was gegaan! In allerijl nam ik contact op met mijn baas die gelukkig direct een telefoontje pleegde naar het, jawel, sociaal secretariaat. Dit was hun antwoord dat mijn leidinggevende me doorstuurde:
Beste
Alle lonen werden gestort behalve dat van mijnheer O.
Er dient hier nog een parameter voor aangepast te worden vermits het over
een buitenlands rekeningnummer gaat.
Ik heb dit nu gedaan en de betaling ook doorgestuurd.
In de toekomst gebeurt dit automatisch met de anderen.
Met vriendelijke groeten
Ziet u wat ik zie? Geen enkele excuses, geen enkele ‘mea culpa’, slechts een droge constatering van de voldongen feiten, een prevelig ‘met vriendelijke groeten’ en niet eens een fatsoenlijke aanhef! En ik maar wachten op mijn geld! Die rotte helleveeg, hoe durft ze! We zullen haar salaris eens een paar maanden inhouden met haar kloteparameters! Het spijt me mejuffrouw, maar ik zal hier moeten stoppen over de sociaal secretariaten. Het is niet goed voor mijn bloeddruk en het tijdstip waarop ik u schrijf ligt zo dicht tegen mijn bedtijd aan dat ik bang ben zo dadelijk niet meer te kunnen slapen van de opwinding.'