Op zondag 30 juni verzamelde ik frustraties op het Copacobana festival. Op dit festival ontmoette ik een jongen die ik niet snel zal vergeten. Ik schreef er een stukje over.
De jongen (9 jaar )stond voor mijn tafeltje en vroeg: 'Wat doe jij hier?' Ik zei: 'Ik verzamel frustraties'
Hij: 'Wat zijn dat?' Waarop ik hem vroeg wat hij stom, vervelend of irritant vond. Hij dacht even na en begon toen:
'Ik heb luizen en daarom moet ik een vies spulletje in mijn haar doen. Mijn haar ligt nu plat en is vet. Eigenlijk heb ik heel mooi haar, maar niemand ziet dit.'
Hij ging verder en vertelde over zijn moeder die overleden was. Hoe lief ze was. Hoe boos ze kon zijn. Hoe 'superdemax' ze was. 'Dat ik haar mis, dat is ook een frustratie.'
Tenslotte vroeg hij: 'Mag ik ook iets leuks vertellen?' Ik knikte. 'Het maakt me blij dat jij hier staat.' Ik glunderde.
Hij draaide zich om en verdween tussen de mensen. Nu deden al die mensen me ook een beetje aan luizen denken: goed vertoevend in de warmte, wiebelend op het ritme van de muziek en gulzig zuigend aan de rietjes van hun cocktails of cola's. Zouden zij oog hebben voor het haar van de jongen? Waarschijnlijk niet.
Toen voelde ik een kriebel. Ik krabde in mijn haar en achter mijn oor. Tweemaal.
(de jongen op de foto is niet de jongen uit het verhaal)
De jongen (9 jaar )stond voor mijn tafeltje en vroeg: 'Wat doe jij hier?' Ik zei: 'Ik verzamel frustraties'
Hij: 'Wat zijn dat?' Waarop ik hem vroeg wat hij stom, vervelend of irritant vond. Hij dacht even na en begon toen:
'Ik heb luizen en daarom moet ik een vies spulletje in mijn haar doen. Mijn haar ligt nu plat en is vet. Eigenlijk heb ik heel mooi haar, maar niemand ziet dit.'
Hij ging verder en vertelde over zijn moeder die overleden was. Hoe lief ze was. Hoe boos ze kon zijn. Hoe 'superdemax' ze was. 'Dat ik haar mis, dat is ook een frustratie.'
Tenslotte vroeg hij: 'Mag ik ook iets leuks vertellen?' Ik knikte. 'Het maakt me blij dat jij hier staat.' Ik glunderde.
Hij draaide zich om en verdween tussen de mensen. Nu deden al die mensen me ook een beetje aan luizen denken: goed vertoevend in de warmte, wiebelend op het ritme van de muziek en gulzig zuigend aan de rietjes van hun cocktails of cola's. Zouden zij oog hebben voor het haar van de jongen? Waarschijnlijk niet.
Toen voelde ik een kriebel. Ik krabde in mijn haar en achter mijn oor. Tweemaal.
(de jongen op de foto is niet de jongen uit het verhaal)